Alles over golf - De golftechniek
- Gegevens
- Geschreven door Benno Mulder
Hieronder gaan we in op de volgende drie relevante onderdelen van de golftechniek: de grip, de houding en de full swing. Afsluitend bespreken we de verschillende vluchten die de bal na het raken kan maken.
De grip
De grip is de manier waarop u de golfclub vasthoudt. Er zijn drie algemeen gebruikte manieren: de Ten Finger (of Baseball) Grip, de Interlock Grip en de Vardon Overlap grip. De grip die u kiest hangt meestal af van de grootte van uw handen en stelt u in staat om volledige controle over de golfclub te hebben en om maximale kracht aan uw swing te geven.
• Ten Finger Bij deze golfgrip ligt uw rechterhand naast de wijsvinger van uw linkerhand.
• Interlock
Bij deze grip is de pink van uw rechterhand verstrengeld met de wijsvinger van uw linkerhand.
• Vardon Overlap
Bij deze golfgrip rust de pink van uw rechterhand bovenop de wijsvinger van uw linkerhand. Deze grip draagt de naam Vardon naar de golfer Harry Vardon die deze grip populair maakte.
De houding
De houding (ook wel stance genoemd) is de lichaamshouding, die u inneemt ter voorbereiding op het raken van de bal met de golfclub. Hierbij bent u in een positie waarin u niet uit balans raakt tijdens de swing. Om dit te bereiken, neemt u het volgende in acht:
• Uw voeten schouderbreed uit elkaar;
• De tenen van de voet het dichtst bij het doel een beetje gedraaid richting dat doel;
• De tenen van de voet het verst van het doel haaks op de lijn naar het doel;
• De knieën licht gebogen;
• De onderkant van de golfclub vlak op de grond;
• Uw gewicht rust licht op de bal van uw voeten;
• Uw armen gestrekt, in een lichte V-vorm.
Full swing De derde en meest belangrijke golftechniek is de full swing. Deze bestaat uit drie delen: de backswing-take away, de downswing en de follow-through. Bij de backswing brengt u de golfclub naar achteren en omhoog. Hierop volgt de downswing, waarin u de golfclub naar de bal toe beweegt tot het raken van de bal. De laatste fase van de full swing is de follow-through.
De balvlucht De bal maakt na de full swing een van de volgende vluchten.
Slice De bal gaat met een scherpe bocht naar rechts, één van de meest voorkomende balvluchten.
Fade De bal gaat met een lichte curve naar rechts. Een fade lijkt op een slice. Het enige verschil is, dat de curve van een fade iets gematigder is. De fade wordt vaak bewust geslagen om de lijn naar de hole te volgen. Hook De bal gaat met een scherpe bocht naar links.
Draw De bal gaat met een lichte curve naar links. De draw is de meest gewenste balvlucht en is
een gecontroleerde hook. De draw is het tegenovergestelde van de fade.
Push De bal gaat rechtuit rechts van het doel.
Pull De bal gaat rechtuit links van het doel en is het tegenovergestelde van de push.
Straight
Spreekt voor zich. De bal gaat recht vooruit. De balvlucht laat altijd de waarheid zien. De balvlucht vertelt alles over wat er is gebeurd op het moment van raken. Het moment van raken is het moment van de waarheid. U kunt aan de balvlucht precies zien wat er op het moment van raken is gebeurd. Als u de balvlucht kunt analyseren, dan kunt u veel gerichter oefenen.